Het Directoraat-generaal Controle (DGC) implementeert de processen om de veiligheid van de voedselketen te bewaken in alle stadia van de productie, transformatie en distributie.
Enerzijds vertaalt het DGC het jaarlijkse controleprogramma in provinciale controleprogramma's en verzekert het de inspecties, de bemonsteringen en de certificatie. Anderzijds staat het in voor:
• de preventie, opsporing en repressie van fraude, de bestrijding van bepaalde illegale praktijken met economisch belang en van het gebruik van sommige verboden stoffen,
• het oplijsten van operatoren die activiteiten uitvoeren in de voedselketen door hen een erkenning, toelating of registratie toe te kennen,
• de controle op de implementatie van een autocontrolesysteem door de operatoren en het op de markt brengen van veilige, conforme en traceerbare producten, zoals beschreven in de geldende wetgeving,
• het uitvoeren van inspecties en bemonsteringen alsook hun rapportering en, in voorkomend geval, het nemen van maatregelen naar aanleiding van uitgevoerde controles, waaronder, met name een verhoogde controle van operatoren ten gevolge van een ongunstige inspectie,
• het beheer en de voortdurende verbetering van het kwaliteitssysteem.
Het DGC bestaat uit de Centrale diensten, die belast zijn met de coördinatie van de activiteiten, en uit de externe diensten, die belast zijn met de controle en de certificatie. Elke provincie, alsook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, beschikt over een Lokale controle-eenheid (LCE). Die negen LCE's staan ieder onder leiding van een LCE-hoofd. Het FAVV is ISO 17020 geaccrediteerd voor zijn inspectieactiviteiten.
De diensten van de Centrale directie (CDC)
De Centrale directie bestaat uit 4 diensten.
3 diensten zijn gecreëerd op basis van een indeling van alle operatoren die actief zijn in de voedselketen volgens hun activiteit en volgens het toepasbare controlesysteem. Elke dienst is dus verantwoordelijk voor een bepaalde groep van activiteiten. Deze 3 diensten zijn:
• de Dienst Primaire productie (PRI) (plantaardige en dierlijke sector),
• de Dienst Transformatie (TRA),
• de Dienst Distributie (DIS).
Daarnaast is er een dienst met een horizontale opdracht:
De cel “Notificaties en Certificering” (CNC) is verantwoordelijk voor de coördinatie en de organisatie van de controles in het kader van de certificering bij export naar derde landen en bij de intra-communautaire certificering. CNC oefent de functie uit van nationaal contactpunt voor het RASFF-systeem en het AAC-systeem. CNC is eveneens verantwoordelijk voor de registratie en verspreiding aan de betrokken diensten van de berichtgeving van niet-conformiteiten in het kader van de meldingsplicht.
Inspectiediensten
Regionale directie en Nationale implementatie- en coördinatie-eenheid (NICE)
Voor de onderlinge coördinatie tussen de LCE's en de Centrale diensten van DG Controle zijn twee Regionale directeurs aangeduid binnen het Bestuur Controle.
Met het oog op de uitoefening van haar opdrachten is de Regionale directie opgebouwd uit een Nationale implementatie- en coördinatie-eenheid (NICE), een Nationale opsporingseenheid (NOE) en de Lokale controle-eenheden (LCE's).
De NICE ondersteunt de Regionale directeurs bij de opvolging van de organisatie en werking van de verschillende Controle-eenheden. De cel staat in voor de horizontale ondersteuning bij implementatie van nieuwe applicaties of procedures waar nodig. Ze zet structuren op om toe te zien dat de verschillende instructies, richtlijnen en regelgeving op een uniforme wijze toegepast worden.
Lokale controle-eenheden (LCE's)
Negen Lokale controle-eenheden voeren de controles op het terrein uit.
Elke LCE wordt geleid door het LCE-hoofd dat de activiteiten coördineert en de verbindingsfiguur bij uitstek is met de Centrale diensten.
In elke LCE zijn er drie basissectoren: een sector primaire productie (plantaardige en dierlijke sectoren), met uitzondering van de LCE Brussel, een sector transformatie en een sector distributie.
In een aantal LCE's is er een 4e sector Import. Deze 4e sector bestaat binnen de LCE's waar een Grenscontrolepost (GCP) gevestigd is in de grote Belgische havens en luchthavens. De GCP's voeren controles uit van dieren, planten, diervoeders, levensmiddelen en andere producten van dierlijke en plantaardige oorsprong, alsook van "food contact materials" die uit derde landen werden ingevoerd.
Nationale opsporingseenheid (NOE)
De NOE is belast met de preventie, de opsporing en de repressie van fraude en het gebruik van verboden stoffen (hormonen, enz.). Omwille van de complexiteit (geografisch, technisch, ...) en/of het georganiseerd karakter van deze inbreuken worden dossiers die een gespecialiseerde, gecoördineerde en/of multidisciplinaire aanpak vergen (samenwerking met de parketten, federale of lokale politie) aan de NOE toevertrouwd.
Organogram (en coördinaten) van het DG Controle