
Actueel
In Algerije, Libië en Tunesië zijn er in het afgelopen jaar zeer veel uitbraken van mond- en klauwzeer vastgesteld. In Marokko is de ziekte nog niet gemeld, maar dit land heeft wel intense handelscontacten met de 3 andere landen. Om het risico op insleep van het virus in de EU te beperken, hebben de Europese Commissie en de Lidstaten beslist om speciale bioveiligheidsmaatregelen toe te passen voor alle transportmiddelen voor vee, paarden en diervoeders die terugkeren uit deze 4 Noord-Afrikaanse landen. Zo moet voor elk voertuig, dat levend vee vervoerd heeft in deze regio, een attest van een grondige ontsmetting worden voorgelegd bij de officiële controle in de grenspost waar het de EU binnenkomt. Ook kan er daar een bijkomende ontsmetting worden geëist van vervoermiddelen waarmee paarden en veevoeders werden of worden vervoerd.
Deze regels zijn vervat in uitvoeringsbesluit 2014/689/EU en zijn van kracht sinds 1 oktober 2014.
Het FAVV herinnert er verder aan dat voor deze 4 landen ook de gebruikelijke, algemene bioveiligheidsmaatregelen gelden, nl.:
- dat elkeen die in één van deze landen in contact is geweest met gevoelige dieren in de eerste 72 uur na zijn terugkeer in België geen veebedrijf mag betreden waar gevoelige dieren worden gehouden;
- dat het aan reizigers die terugkeren uit deze landen verboden is om melk, zuivelproducten (o.a. kaas), vlees of vleesbereidingen mee te brengen uit deze landen, aangezien deze besmet kunnen zijn met het mond- en klauwzeervirus.
Over de ziekte
Inleiding
Mond- en klauwzeer is een virusziekte die wordt veroorzaakt door een aftovirus van de familie van de picornaviridae. Ze treft gedomesticeerde en wilde tweehoevigen als varkens, runderen, schapen, geiten, herten en everzwijnen.
De ziekte veroorzaakt veel gezondheidsproblemen bij de getroffen dieren. Ze heeft daardoor een zeer grote economische impact.
Klinische symptomen
Mond- en klauwzeer wordt gekenmerkt door koorts en het verschijnen van aften en blaasjes, vooral in de mond (op de tong, het tandvlees, het mondslijmvlies en de lippen) en op de poten (op de kroonrand en tussen de tenen). Bij het openbarsten van de aften kunnen zweren ontstaan.
De belangrijkste klinische tekenen zijn een gevolg van de aanwezigheid van deze aften en zweren: overvloedig speekselen, tandenknarsen, verminderde eetlust, manken, weigeren om zich te verplaatsen, … Naargelang de betrokken diersoort kunnen die ziektetekens meer of minder duidelijk zijn: runderen en varkens vertonen meestal een prominent ziektebeeld, schapen en geiten daarentegen vertonen eerder weinig symptomen, zodat de ziekte bij deze dieren dikwijls onopgemerkt blijft.
Jonge dieren ontwikkelen vooral myocarditis, zeer vaak met dodelijke afloop.
Overdracht
Het mond- en klauwzeervirus is een uiterst besmettelijk virus. Het is massaal aanwezig in het vocht uit de aften, alsook in speeksel, melk, sperma, urine, feces en de lucht die een besmet dier uitademt. Het virus wordt ook aangetroffen in vlees van een besmet dier. De virusuitscheiding begint reeds enkele dagen voordat er klinische symptomen verschijnen.
Gevoelige dieren kunnen besmet worden door:
- contact met zieke dieren,
- contact met besmette dieren die (nog) geen ziektesymptomen (meer) vertonen, bijv. pas besmette dieren, herstellende dieren of dieren die genezen zijn maar virusdrager blijven,
- contact met personen of voorwerpen (materieel, voertuigen,…) die in een besmet milieu zijn geweest of met zieke/besmette dieren in contact zijn geweest,
- contact met besmette stoffen zoals stalmest en voeder,
- contact met onbehandelde besmette dierlijke producten (melk, vlees, sperma, huiden, mest),
- blootstelling aan aerosol die virusdeeltjes bevat; het virus kan zich met de wind mee over enkele kilometers verspreiden.
Het mond- en klauwzeervirus is vrij resistent, zeker wanneer het beschermd wordt door organisch materiaal, en kan verschillende weken in het milieu overleven.
Behandeling
Er bestaat geen specifieke behandeling voor mond- en klauwzeer. Volwassen dieren genezen gewoonlijk, maar de genezing is traag en gaat veelal gepaard met een blijvend productieverlies. Sommige dieren worden daarbij latente dragers van het virus en kunnen het gedurende een lange tijd verspreiden.
Preventie- en bestrijdingsmaatregelen
Preventie
Tot het begin van de jaren ’90 werd mond- en klauwzeer in ons land en elders in de EU preventief bestreden met behulp van vaccinatie van de rundveestapel. Sinds 1991 is deze preventieve vaccinatie evenwel niet langer toegestaan.
Sindsdien bestaat de preventie uit het degelijk toepassen van een aantal algemene, maar zeer belangrijke bioveiligheidsmaatregelen:
- In de bedrijven met gevoelige dieren:
- dienen de bezoekers zich te houden aan specifieke voorzorgsmaatregelen wat betreft de hygiëne en het ontsmetten bij het betreden en verlaten van het bedrijf,
- is de toegang tot een veebedrijf verboden voor personen die in de 72 uur voordien zijn teruggekeerd uit een land waar mond- en klauwzeer aanwezig is of vermoed wordt.
- In verband met het vervoer van dieren:
- moeten alle vervoermiddelen worden gereinigd en ontsmet na elk vervoer van tweehoevigen;
- moet bij vervoer vanuit een land of gebied waar beperkende maatregelen gelden in verband met mond- en klauwzeer, het vervoermiddel worden gereinigd en ontsmet vooraleer het de risicozone verlaat. Bovendien:
- wanneer het vervoer varkens betreft, dan wordt het nogmaals gereinigd en ontsmet bij aankomst in België, onder toezicht van een medewerker van het FAVV;
- wanneer het vervoermiddel terugkeert uit Algerije, Tunesië, Libië of Marokko, dan dient een attest van ontsmetting te worden voorgelegd bij passage in de grensinspectiepost waar het de EU binnenkomt.
- Voor vervoermiddelen die paarden of veevoeders vervoeren of vervoerd hebben en die terugkeren uit Algerije, Tunesië, Libië of Marokko kan een bijkomende ontsmetting geëist worden bij passage in de grensinspectiepost waar ze de EU binnenkomen.
- Voor reizigers die (terug)komen van buiten de EU:
- is invoer van levensmiddelen of dierlijke producten verboden,
- is het binnenbrengen van bepaalde vlees- of melkproducten enkel toegestaan mits de strenge voorwaarden van Beschikking 2002/995/EG worden nageleefd.
Illegale invoer van levensmiddelen van dierlijke oorsprong speelt een belangrijke rol in een eventuele introductie van de ziekte in de EU. Producten als kaas en vleesbereidingen, die geen hittebehandeling hebben ondergaan, kunnen gedurende weken besmet blijven met het virus. Controles in luchthavens en havens hebben al geleerd dat reizigers die terugkeren uit besmette landen het niet altijd even nauw nemen met de invoerbeperking en toch dikwijls dergelijke, veelal artisanaal bereide zuivel- of vleesproducten meebrengen. Wanneer deze levensmiddelen hier opnieuw bij gevoelige dieren terechtkomen, dan kunnen deze zo besmet worden.
Bestrijding
Wanneer zich een uitbraak voordoet in België of elders in de EU, dan wordt met diverse bestrijdingsmaatregelen getracht om de verspreiding van het virus tegen te gaan en de ziekte uit te roeien. Die maatregelen behelzen onder meer:
- een vervoerverbod van maximaal 72 uur voor risicodieren en risicoproducten (zoals melk);
- het afbakenen van verschillende zones (3 km en 10 km) rondom de vastgestelde uitbraken, waarbinnen strikte bestrijdingsmaatregelen van kracht zijn;
- het opruimen van de besmette bedrijven en – als dat nodig zou blijken – van de contactbedrijven en buurtbedrijven;
- het beperken van het vervoer van dieren, diervoeders, dierlijke producten en andere producten die de ziekte kunnen verspreiden;
- een verbod op het verzamelen van dieren;
- strikte bioveiligheidsmaatregelen, o.a. voor de bezoekers aan veehouderijen;
- een verhoogd(e) toezicht/monitoring in de afgebakende zones en in de rest van het land;
- een noodvaccinatie binnen een beperkte straal rond de besmette bedrijven en op contactbedrijven.
Wetgeving
Mond- en klauwzeer is een aangifteplichtige ziekte. Elk vermoeden van de ziekte moet onmiddellijk worden gemeld aan de locale controle-eenheid van het FAVV.
Belgische wetgeving
Koninklijk besluit van 10 oktober 2005 betreffende de bestrijding van mond- en klauwzeer (B.S. van 17/10/2005)
(Nummer NUMAC - 2005022850 - voor de gecoördineerde wetgeving)
Koninklijk besluit van 18 juni 2014 houdende maatregelen ter voorkoming van aangifteplichtige varkensziekten (B.S. 19/07/2014)
(Nummer NUMAC - 2014018229 - voor de gecoördineerde wetgeving)
Europese wetgeving
Richtlijn 2003/85/EG van de Commissie tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van mond- en klauwzeer (P.B. van 22/11/2003)
(de geconsolideerde wetgeving raadplegen)
Verordening (EG) nr. 206/2009 van de Commissie van 5 maart 2009 betreffende het binnenbrengen in de Gemeenschap van persoonlijke zendingen producten van dierlijke oorsprong (P.B. van 24/03/2009)
(de geconsolideerde wetgeving raadplegen)
Uitvoeringsbesluit 2017/675/EU van de Commissie van 7 april 2017 betreffende maatregelen om de insleep in de Unie van het mond-en-klauwzeervirus uit Algerije te voorkomen (P.B. van 08/04/2017)
(de geconsolideerde wetgeving raadplegen)
Situatie in België en in het buitenland
Situatie in België
België is reeds vele jaren vrij van mond- en klauwzeer. Het laatste geval op ons grondgebied dateert uit de jaren ’70.
Situatie in het buitenland
In Europa
Met uitzondering van Duitsland is de ganse EU momenteel vrij van mond- en klauwzeer. Af en toe wordt het virus toch in de veestapel geïntroduceerd vanuit besmette landen elders in de wereld. Die insleep van het virus hangt vaak samen met de internationale dierhandel of met de illegale invoer van besmette levensmiddelen, maar de oorsprong van een epizoötie kan ook elders liggen.
- In 2001 begon in Engeland een grote uitbraak nadat keukenafval van een schip werd gebruikt als veevoer. De uitbraak duurde meer dan 6 maanden en uiteindelijk werden meer dan 2.000 veehouderijen besmet, voornamelijk in het Verenigd Koninkrijk, maar ook in Frankrijk en Nederland.
- In 2007 werd Engeland opnieuw geconfronteerd met een weliswaar beperktere uitbraak nadat virus accidenteel was “ontsnapt” uit een laboratorium en vervolgens verspreid werd via de auto’s van het personeel van het laboratorium.
- In 2011 dook de ziekte op in Bulgarije, aan de grens met Turkije.Mogelijk is het virus toen door Turkse everzwijnen overgebracht op Bulgaars vee. In grote delen van Turkije is de ziekte, ondanks vaccinatie, endemisch. De barrière tussen de beide landen, die verondersteld is te beletten dat wilde dieren de grens oversteken, is op sommige plaatsen in slechte staat.
- In januari 2025 dook de ziekte op in de Duitse deelstaat Brandenburg, in het oosten van het land. Drie waterbuffels zijn er aan de ziekte gestorven.
Buiten Europa
De Verenigde Staten en Australië zijn vrij van mond- en klauwzeer. Elders in de wereld komt de ziekte nog veelvuldig voor en meestal wordt ze daar ook actief bestreden. In sommige landen in Zuid- en Midden-Amerika, Afrika en Azië wordt de ziekte gecontroleerd met behulp van vaccinatie.
Op dit ogenblik zijn de gevaarlijkste risicogebieden voor Europa Noord-Afrika, waar in het afgelopen jaar een sterk toename van het aantal uitbraken is vastgesteld, en Turkije (en bij uitbreiding het ganse Nabije Oosten) waar de ziekte eveneens volop aanwezig is en er een bijkomend risico bestaat door de gewapende conflicten in de buurlanden waar dierziektenbestrijding geen prioriteit meer is. Met beide regio’s is het verkeer van goederen en personen en dus ook het risico op introductie in de EU groot.