Andere informatie en diensten van de overheid: www.belgium.be

Rabiës (Hondsdolheid)

Image
Rabiës

Wat is rabiës ?


Rabiës (hondsdolheid) is een zoönose die veroorzaakt wordt door een Lyssavirus van de familie van de Rhabdoviridae. Van dit virus zijn 7 genotypen bekend waarvan er 6 op de mens kunnen worden overgedragen. Het virus wordt overgebracht via het speeksel.

In Europa komt rabiës vooral voor bij wilde dieren als de vos, de wasbeerhond en de vleermuis, maar in Afrika, Azië en Zuid-Amerika is de ziekte wijder verspreid en zijn ook veel honden besmet. Wereldwijd sterven jaarlijks ongeveer 55.000 mensen als gevolg van een rabiësbesmetting (bron: WHO). In Europa zijn menselijke slachtoffers vrij zeldzaam. De laatste jaren zijn mensen gestorven als gevolg van een rabiësbesmetting overgebracht door vleermuizen (Groot-Brittannië, 2002) of opgelopen in het buitenland of na contact met een besmet dier. En in oktober 2017 overleed een Frans kind aan hondsdolheid.
ongeveer twee maanden na op vakantie in Sri Lanka in contact geweest te zijn met een besmette hond die blijkbaar geen enkel symptoom vertoonde.

Zodra er symptomen zijn, is rabiës bij mens en dier altijd dodelijk. Binnen de 24 uur na infectie, dus voor het verschijnen van de eerste ziektetekens, moet een behandeling wordt ingezet. De incubatietijd is afhankelijk van de aard en de plaats van de beet, de diersoort die de beet heeft toegebracht en de hoeveelheid virus, maar bedraagt gemiddeld 20-60 dagen (met een spreiding van 5 dagen tot een jaar of langer). Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten rabiës:

Symptomen bij dieren
Rabies furiosa Rabies paralytica
  • incubatietijd is 2 weken tot > 6 maanden
  • rusteloosheid
  • agressiviteit, vijandigheid, bijterigheid
  • verhoogde speekselproductie
  • seksuele opwinding
  • gebrul
  • verlamming
  • sterfte 
  • doorzakken en zwaaien van de achterste delen van het dier
  • schuw
  • kwijlen en zeveren
  • weigering voedsel
  • staart wordt naar één zijde getrokken
  • tenesmus of verlamming van de anus
  • verlamming, dier valt op de grond
  • sterfte na 48 uur

Atypische rabiës

Ontdekking van een verdachte of dode vleermuis: wie doet wat? Met wie neemt men best contact op?

  • Particulier
    • Dierenarts
    • Als een mens wordt gebeten of er huidcontact was: Huisarts/spoeddienst van het ziekenhuis -> procedure na blootstelling aan het rabiësvirus
  • Dierenarts
    • Het Netwerk Wilde Dieren van zijn/haar gewest
    • Indien er contact was tussen een groot of klein huisdier en een vleermuis: LCE

Abnormaal gedrag van de vleermuis:

  • Geen actieve aanwezigheid tijdens de dag (vleermuizen zijn normaal gezien nachtdieren)
  • Onregelmatig vliegpatroon (bijvoorbeeld laag vliegen, met schokken, in vrije val ...)
  • Abnormale aanwezigheid dicht bij woningen/dieren (voornamelijk binnenvliegen in huizen)
  • Niet in staat zijn om te vliegen
  • Niet in staat zijn om zich vast te klampen (dieren op de weg, op een strobaal ...)
  • Agressiviteit (het dier valt aan)

Situatie in Europa


In West Europa vormen vossen het voornaamste reservoir van rabiës, bovendien zijn zij ook een belangrijke vector. Besmette vossen kunnen door beten, krabben of likken het virus overbrengen andere zoogdieren (inclusief de mens). De laatste decennia heeft België verschillende golven van besmettingen gekend (zie figuur (PDF) ; bron: Pasteur Instituut).

Eind jaren ’60 bestond de bestrijding van rabiës uit het doden van vossen om de populatiegrootte te beperken en verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen. Deze methode bleek weinig effect te sorteren en was bovendien ethisch en ecologisch niet verantwoord.

In 1989 is België begonnen met de vaccinatie van vossen. Tussen 1989 en 1991 zijn er vijf vaccinatiecampagnes uitgevoerd op 10.000 km² besmet gebied. Hierdoor werd de incidentie sterk beperkt. Enkel in het zuiden van het land bleef een grensoverschrijdende besmet gebied voortbestaan. Daarom werden de vaccinatiecampagnes voortgezet langs de grenzen met Frankrijk, Luxemburg en Duitsland. Ondanks deze voortdurende en grootschalige vaccinaties heeft de ziekte zich toch opnieuw uitgebreid in noordelijke richting: in 1995 is nog een gebied van 3000 km² besmet verklaard. In 1996 werd de bestrijdingsstrategie aangepast: de verspreiding van lokazen met vaccins door helikopters werd aangevuld met de verdeling van lokazen op de grond. Deze nieuwe strategie en de internationale samenwerking bleken effectief: de laatste gevallen van rabiës dateren van 1998 (vos) en 1999 (rund). In 2001 werd België officieel vrij van rabiës verklaard en in 2003 werd de laatste vaccinatiecampagne uitgevoerd.

De buurlanden zijn er, dankzij het vaccineren van hun vossenpopulatie, eveneens in geslaagd om de ziekte uit te roeien. Enkel Duitsland heeft in de periode 2005-2008 een heropflakkering van de ziekte gekend in Hessen en nadien in Rheinland-Pfalz en Baden-Wurttemberg, mogelijk door een gebrekkige uitvoering van de vaccinatie. Deze uitbreiding is ondertussen onder controle gebracht dankzij het intensifiëren van de vaccinatie bij de vossen.

Elders in Europa is rabiës nog een levensgroot probleem in vooral de oostelijk gelegen landen. Daar wordt de ziekte niet enkel vastgesteld bij vossen, maar ook bij andere wilde carnivoren, zoals de wasbeerhond. De Europese Commissie probeert daar de bestrijding te versterken door het ondersteunen van de diverse bestrijdingsprogramma’s opgestart door de autoriteiten van deze landen.

In veel Europese landen zijn daarnaast ook gevallen van rabiës bij vleermuizen vastgesteld. In België lijkt deze piste minder evident: daar bleken alle 77 analyses die tussen 1989 en 2003 werden uitgevoerd negatief (bron: Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid). De rabiësvirussen waarmee vleermuizen besmet kunnen zijn, zijn van een ander genotype dan het klassieke rabiësvirus, maar kunnen ook worden overgedragen op de mens.


Situatie in België


Maatregelen in België

In België moet iedere hond geïdentificeerd zijn en een Europees paspoort hebben.

Verantwoordelijken van honden moeten hun dieren laten identificeren en registreren voordat zij ze verkopen of weggeven en, hoe dan ook, voordat ze 8 weken oud zijn. Identificatie kan bij middel van een microchip. Identificatie bij middel van een tatoeage mag alleen indien deze voor 03/07/2011 geplaatst werd en duidelijk leesbaar is. Tatoeage is evenwel niet geldig indien de bestemming het Verenigd Koninkrijk, Ierland of Malta is.
De erkende dierenarts mag maar een Europees paspoort afleveren na het identificeren van het dier.

In België is rabiësvaccinatie verplicht:

  • Bij het vervoer van gezelschapsdieren (honden, katten en fretten) van België naar een andere lidstaat;
  • Wanneer uit derde landen afkomstige gezelschapsdieren worden binnengebracht. In dat geval gelden bijzondere voorschriften.

Om tegen hondsdolheid gevaccineerd te kunnen worden, moet het dier geïdentificeerd zijn en een Europees paspoort hebben. De dierenarts kan het dier indien nodig op het ogenblik van de vaccinatie zelf nog identificeren en een paspoort bezorgen.
De geldigheidsduur van de vaccinatie wordt berekend volgens de instructies in de bijsluiter en wordt in het Europees paspoort ingeschreven. Voor een eerste of zogenaamde primovaccinatie begint die termijn ten vroegste 21 dagen na de inenting te lopen. Een hervaccinatie binnen de geldigheidsduur geldt onmiddellijk; buiten de geldigheidsduur wordt die als een primovaccinatie beschouwd.

Preventie in België

België is sinds 2001 officieel vrij van rabiës. De kans om in ons land besmet te raken is daarom erg klein. Rabiës komt echter nog veel voor in andere landen, in Europa en vooral buiten Europa. Het risico dat de ziekte opnieuw geïntroduceerd wordt, mag dus niet onderschat of geminimaliseerd worden.

Eind 2007 en begin 2008 werden in ons land twee gevallen van rabiës vastgesteld. In beide gevallen werd een besmette hond, die geen symptomen vertoonde, illegaal ingevoerd vanuit Marokko. Toen maanden later de symptomen zichtbaar werden, moesten een noodvaccinatie en een antiserum worden toegediend aan in totaal bijna 100 mensen. Mede dank zij de alertheid van de betrokken dierenartsen en het snelle optreden van alle diensten (FAVV en de diensten voor volksgezondheid van de federale overheid en de Gemeenschappen) vielen daarbij gelukkig geen doden te betreuren. In dat kader heeft het FAVV in juni 2009 een brief (PDF) overgemaakt aan alle burgemeesters in het land, waarin op het risico van dergelijke illegale invoer gewezen wordt.

Indien u met uw hond, kat of fret naar het buitenland reist, moet uw dier ingeënt zijn tegen rabiës. Dit is om te voorkomen dat uw hond of kat besmet zou raken, na contact met een geïnfecteerd dier in het buitenland. Sommige lidstaten leggen, naast een inenting en het afleveren van een gezondheidscertificaat, nog bijkomende voorwaarden op. Neem daarom tijdig contact op met uw dierenarts of met de Locale controle eenheid van het FAVV in uw buurt.

Honden, katten of fretten, die vanuit andere landen worden ingevoerd, zijn onderworpen aan bepaalde sanitaire invoervoorwaarden en moeten in het bijzonder volgens de voorschriften gevaccineerd zijn. De meeste gevallen van rabiës bij honden in de ons omringende landen betreffen illegaal ingevoerde dieren uit landen waar rabiës veel voorkomt en waar geen vaccinatieplicht geldt (o.a. Marokko). Deze gevallen betekenen een groot gevaar voor de mensen en dieren in de omgeving van het besmette dier.


Vaccinatie van vossen


In ons land werden vossen gevaccineerd tussen 1998 en 2003. Het doel van deze vaccinatie is om een zodanig percentage van de vossenpopulatie te immuniseren (80%) dat de ziekte niet meer in stand kan worden gehouden. Het is praktisch onmogelijk om alle vossen te beschermen door vaccinatie.

De vaccinatiecampagnes worden georganiseerd in het voorjaar en in de herfst tot tenminste twee jaar na het laatste geval van rabiës. Tijdens deze campagnes worden lokazen op basis van vismeel en voorzien van een dosis vaccin verspreid in het gebied waar de vossen leven. Het merendeel van de lokazen wordt verspreid vanuit de lucht, met behulp van een helikopter. Aanvullend worden tijdens de zomer lokazen met de hand verdeeld in de bebouwde kom en bij gekende vossenholen. Volgens onderzoek moeten per vaccinatiecampagne ongeveer 15-20 lokazen per km² worden verspreid om een voldoende bescherming op te bouwen. De lokazen moeten binnen een beperkt aantal dagen (afhankelijk van het type vaccin) worden opgegeten, daarna verliest het vaccin zijn werkzaamheid.

Na de vaccinatiecampagnes worden testen gedaan om de beschermingsgraad van de vossen te meten. Hiervoor werden de botten van geschoten vossen getest op de aanwezigheid van de markerstof tetracycline die toegevoegd was aan de lokazen met vaccin.


Wetgeving


Belgische wetgeving

  • Koninklijk besluit van 18 september 2016 besluit houdende de preventie en de bestrijding van de Hondsdolheid (BS van 17/10/2016)
    (Nummer NUMAC - 2016024202 - voor de gecoördineerde wetgeving)
  • Koninklijk besluit van 13 decenber 2014 houdenden veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van honden, katten en fretten (BS van 29/12/2014)
    (Nummer NUMAC - 2014024410 - voor de gecoördineerde wetgeving)
  • Koninklijk besluit van 25 april 2014 betreffende de identificatie en registratie van honden (BS van 25/04/2014)
    (Nummer NUMAC - 2014024260 - voor de gecoördineerde wetgeving)

Europese wetgeving

  • Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 577/2013 van de commissie van 28 juni 2013 inzake de modelidentificatiedocumenten voor het niet-commerciële verkeer van honden, katten en fretten, de vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden en de voorschriften betreffende de vorm, de opmaak en de taal van de verklaringen ten bewijze van de naleving van bepaalde voorwaarden die zijn vastgelegd in Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad (P.B. van 28/06/2013)
    (de geconsolideerde wetgeving raadplegen)
  • Verordening (EU) Nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren (P.B. van 28/06/2013)
    (de geconsolideerde wetgeving raadplegen)

Landen met een zeer laag risico voor hondsdolheid


Landen met een zeer laag risico voor hondsdolheid (PDF) (in het kader van de omzendbrief van 31/05/2013 betreffende informatie gevraagd aan de erkende dierenartsen bij vaststelling van het illegaal binnenbrengen van honden, katten of fretten)


Persberichten

 


Bevoegdheden

 

  Bevoegdheid Wie contacteren ? Labo ?
Vleermuizen Wilde Dieren:
Gewesten

Netwerk Wilde Dieren:

WIV
Andere wilde dieren Wilde Dieren:
Gewesten

Netwerk Wilde Dieren:

WIV
Gezelschapsdieren FAVV Locale controle-eenheden (LCE) WIV
Grote huisdieren FAVV Locale controle-eenheden (LCE) WIV

Nuttige links


De onderstaande website geven meer informatie over rabiës :