Niet alle delen van landbouwhuisdieren worden voor menselijke consumptie gebruikt. Dit kan vele redenen hebben: culturele, economische, culinaire traditie of soms is het product gewoonweg niet meer voor menselijke consumptie geschikt. Anderzijds worden sommige dierlijke bijproducten specifiek voor een gebruik buiten de voedselketen geproduceerd. Denk maar aan wol, dons, muskus, de kleur karmijn, shellak, enz.
De meeste dierlijke bijproducten komen echter uit de vleessector. Ongeveer de helft van het gewicht van de dieren die geslacht worden, wordt niet opgegeten. In Europa worden deze waardevolle vetten, proteinen… echter niet zomaar ongebruikt gelaten. Ze worden voor tal van doeleinden gebruikt. Dit moet dan wel op een manier gebeuren die veilig is voor mens en dier. Om deze reden is er een Europese wetgeving die de sanitaire aspecten van dierlijke bijproducten regelt.
In België vallen dierlijke bijproducten afhankelijk van het gebruik onder verschillende overheidsdiensten.
Wie er bevoegd is en hoe de samenwerking verloopt is vastgelegd in de overeenkomst dierlijke bijproducten (PDF)
- Lijsten erkende en geregistreerde operatoren
- Verwijdering van gespecificeerd risicomateriaal (GRM)
- Voeder voor gezelschapsdieren
- Veevoeder
- Meststoffen
- Gebruik van insecten in diervoeders