Karkassen
De karkassen van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren die het slachthuis verlaten, dienen een gezondheidsmerk te dragen. Het merk wordt aangebracht door de exploitant onder de verantwoordelijkheid en volgens de instructies van de officiële dierenarts. Het veruitwendigt het besluit van de keuring
Opmerking: in principe wordt het gezondheidsmerk slechts aangebracht na volledig afronden van de keuring. Varkenskarkassen mogen evenwel toch gemerkt worden vóór het bekomen van het resultaat van het trichinenonderzoek op voorwaarde dat de karkassen in het slachthuis blijven tot het resultaat gekend is én op voorwaarde dat de exploitant over een procedure beschikt om te voorkomen dat karkassen of delen daarvan (inbegrepen slachtafval) het slachthuis vroegtijdig zouden verlaten
Het gezondheidsmerk (ovaal merk) wordt aangebracht op de buitenkant van de karkassen, zodanig dat elk karkasdeel minstens één merk draagt.

Het gaat om een inkt- of brandstempel van ten minste 4,5 cm hoog en 6,5 cm breed. De letters zijn ten minste 0,8 cm en de cijfers ten minste 1 cm hoog
Aanduidingen:
- boven: BELGIË of BE
- midden: erkenningsnummer van het slachthuis
- onder: EG
- een aanduiding om de keurder te identificeren mag voorkomen (een cijfer of initialen, in het voorbeeld het cijfer 2).
Opmerkingen:
De letters “BELGIË” mogen de ronding van de ovale rand volgen, maar kunnen evengoed op een rechte lijn geplaatst worden.
Voor lammeren, geitjes en biggen mag een gezondheidsmerk met afwijkende afmetingen (kleiner) worden gebruikt.
Wettelijke basis: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 (artikel 48)
Slachtafvallen
Slachtafvallen zijn alle voor consumptie bruikbare delen van het geslachte dier die geen deel uitmaken van het karkas. Het gaat bv. om de kop als die werd afgesneden, de staart, het middenrif, de ingewanden, de onderpoten, …
Op voor menselijke consumptie goedgekeurde slachtafvallen wordt een identificatiemerk aangebracht. Het model is analoog als dat van het gezondheidsmerk dat wordt gebruikt op karkassen. De afmetingen van het ovale merk zijn echter vrij, maar de tekens moeten duidelijk leesbaar blijven.
Op onverpakte slachtafvallen wordt het identificatiemerk aangebracht door middel van:
- een stempel (rechtstreeks op de slachtafvallen), of
- een etiket (rechtstreeks op de slachtafvallen), of
- een er aan vastgehecht plaatje van duurzaam materiaal dat niet kan worden verwijderd.
Op slachtafvallen die zijn verpakt, moet het identificatiemerk worden aangebracht door middel van:
- een opdruk op de verpakking, of
- een etiket dat op de verpakking is bevestigd. Wanneer een onmiddellijke verpakking dezelfde bescherming biedt als een verpakking, mag het etiket op de onmiddellijke verpakking worden bevestigd.
Het etiket of de opdruk dienen zodanig te worden aangebracht dat ze bij het openen van de verpakking worden vernietigd. In geval van een opdruk is dit evenwel niet vereist wanneer door het openen de verpakking zelf wordt vernietigd.
Wettelijke basis: Verordening (EG) nr. 853/2004 (bijlage II, sectie I).
Bijzondere merken
Verder zijn er nog een aantal bijzondere merken die zowel voor wat betreft de karkassen als voor wat betreft de individuele slachtafvallen, worden aangebracht onder de verantwoordelijkheid van de officiële dierenarts.

Het merk wordt aangebracht op voor menselijke consumptie geschikt bevonden vlees dat afkomstig is van dieren die niet voldoen aan de veterinairrechtelijke voorschriften om als vers vlees (ook diepgevroren) te worden toegelaten tot het handelsverkeer tussen de lidstaten van de E.G. (vb. varkenspest).
Vlees met een gekruiste stempel mag niet als vers vlees in de EG-handel worden gebracht. Dit kan wel na een behandeling volgens het koninklijk besluit van 13 mei 2005 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong.
Wettelijke basis: koninklijk besluit van 22 december 2005 tot vaststelling van aanvullende maatregelen voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (bijlage V, I).

Het merk wordt gebruikt op gortig vlees (vlees waarin een niet veralgemeende infestatie met cysticercen werd aangetroffen) dat voor menselijke consumptie geschikt werd bevonden op voorwaarde dat het wordt onderworpen aan de reglementaire bevriezing.
Het vlees dient te worden overgebracht naar een inrichting die beschikt over passende installaties om gortig vlees in te vriezen, eventueel na voorafgaandelijk uitbenen en versnijden.
Wettelijke basis: koninklijk besluit van 22 december 2005 tot vaststelling van aanvullende maatregelen voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (bijlage V, II, 4).

Het merk dient te worden gebruikt op vlees van in een slachthuis geslacht dier dat bestemd is voor het exclusief gebruik door het gezin van de eigenaar en geschikt bevonden is voor menselijke consumptie. Dergelijk gestempeld vlees mag nooit verhandeld worden en mag enkel rechtstreeks vervoerd worden van het slachthuis naar de woning van de eigenaar van het geslachte dier.
Nota : In afwijking hiervan werd, om de verwijdering van de wervelkolom (gespecificeerd risicomateriaal) uit runderkarkassen en de bevriezing van gortig vlees te vergemakkelijken, via het koninklijk besluit van 22 december 2005 betreffende de hygiëne van levensmiddelen van dierlijke oorsprong, een regeling uitgewerkt voor de aanwezigheid van vlees van particuliere slachtingen in bepaalde levensmiddelenbedrijven (artikel 24, §2).
Wettelijke basis : koninklijk besluit van 22 december 2005 tot vaststelling van aanvullende maatregelen voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (bijlage V, II, 3).

Deze stempel wordt aangebracht op voor de menselijke consumptie ongeschikt bevonden of verklaard vlees.
Wettelijke basis: koninklijk besluit van 22 december 2005 tot vaststelling van aanvullende maatregelen voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (bijlage V, II, 5).
Andere verplichte vermeldingen op karkassen en slachtafvallen
-
Vermeldingen i.v.m. overdraagbare spongiforme encephalopathieën (OSE).
Het retraceringsetiket dat voorkomt op karkassen of delen van karkassen die nog delen van de wervelkolom bevatten en afkomstig zijn van runderen van 30 maanden of minder moet voorzien zijn van een blauwe streep.
Deze blauwe streep houdt in dat de verwijdering van de wervelkolom niet vereist is voor dit vlees.
Bij verkoop aan de eindverbruiker moet deze blauwe streep niet voorkomen op het etiket.Wettelijke basis: Verordening (EG) nr. 999/2001.