Het etiket is het ‘naamkaartje’ van een product. De producent stelt het etiket op. De wetgeving bepaalt welke informatie er op een etiket moet en mag. De Belgische wetgeving inzake etikettering is gebaseerd op Europese richtlijnen.
De belangrijkste verplichte aanduidingen zijn :
- de verkoopbenaming die aangeeft om welk product het gaat ;
- de lijst met ingrediënten. Het ingrediënt waarvan het meest gebruikt is in het product, moet als eerste vermeld staan, vervolgens het ingrediënt waarvan minder gebruikt is,… enz. Ook de additieven (E-nummers) moeten op de ingrediëntenlijst staan ;
- Indien het product allergenen bevat moet dit duidelijk op het etiket staan ;
- de inhoud: hoeveel milliliter, liter, gram of kilogram zit er in de verpakking. De inhoud is altijd de netto-productinhoud. Het gewicht van de verpakking telt niet mee ;
-
de datum van minimale houdbaarheid (tht) of de uiterste verbruiksdatum (tgt) ;
- Het lotnummer: dit mag een datum zijn die minimaal bestaat uit dag en maand ;
- De bewaarvoorschriften en gebruiksvoorwaarden , bv. “koel bewaren” ;
- De naam en adres van de verantwoordelijke voor het product ;
- Het alcoholvolumegehalte voor dranken met een alcoholgehalte hoger dan 1,2 volumeprocent ;
- Voor diepvriesproducten moet bij de verkoopsbenaming “diepgevroren” staan en er moet vermeld worden dat het product eenmaal ontdooid niet opnieuw mag worden ingevroren.