Andere informatie en diensten van de overheid: www.belgium.be

Plantengezondheidsbarometer

De plantengezondheidsbarometer bestaat uit 11 zorgvuldig gekozen meetbare indicatoren (vroeger waren er 13 indicatoren) die samen de algemene (nationale) fytosanitaire situatie van planten en plantaardige producten in kaart brengen. Ze hebben voornamelijk betrekking op de resultaten van de controles uitgevoerd door het FAVV op de aanwezigheid/afwezigheid van schadelijke organismen gereglementeerd onder Verordening (EU) 2016/2031 betreffende de gezondheid van planten, maar ook op de aanwezigheid van andere schadelijke organismen. De plantengezondheidsindicatoren (PGI) omvatten alle schakels van de plantaardige productieketen, namelijk : toeleveraars, primaire productie, distributie/handel, vermeerdering van planten, verwerking van planten (bijvoorbeeld houten verpakkingsmateriaal, snijbloemen, etc.) alsook bossen en openbaar groen. De indicatoren gelden ook voor de verschillende soorten van planten en plantaardige producten : groente, fruit, aardappelen, granen, sierplanten (inclusief bomen), zaai-/plantgoed, snijbloemen, houten verpakkingen. Het gamma omvat zowel de controles op planten en plantaardige producten (met betrekking tot de afwezigheid van fytopathogene quarantaineorganismen) als de procescontroles (inspecties en audits). De preventieve benadering (autocontrole, meldingsplicht, traceerbaarheid) is eveneens in de barometer verwerkt.

De meeste van die indicatoren worden gemeten in het kader van het controleprogramma van het FAVV zodat ze makkelijk jaar na jaar kunnen worden gevolgd.

Omdat de impact van de indicatoren op de plantengezondheid (fytosanitaire situatie) verschillend is, werd het relatieve belang ervan gewogen door verschillende stakeholders van de voedselketen (SciCom Adviezen 11-2012 en 18-2019), namelijk de risicomanagers, het Raadgevend Comité (dat bestaat uit vertegenwoordigers van andere autoriteiten en van de verschillende sector- en consumentenorganisaties) en het Wetenschappelijk Comité van het FAVV.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende indicatoren en de wegingsfactor ervan. Meer informatie over de indicatoren is beschikbaar in de technische fiches die zijn opgenomen in bijlage 3 bij advies 08-2018 van het Wetenschappelijk Comité dat werd gepubliceerd op 26 september 2011.

Op basis van de resultaten van de plantengezondheidsindicatoren en de weging van het onderling belang van deze indicatoren kan aldus een plantengezondheidsbarometer opgesteld worden. Deze meet op jaarbasis de toestand van de algemene fytosanitaire situatie van planten en plantaardige producten in België en dit ten opzichte van een voorgaand jaar. Het resultaat van de barometer wordt uitgedrukt als een vergelijking van de toestand met een voorgaand jaar omdat de plantengezondheid moeilijk in absolute cijfers uit te drukken is. Tot slot moet er bij de interpretatie van de barometer rekening mee gehouden worden dat de resultaten van de indicatoren kunnen afhangen van zowel interne aspecten in het controleprogramma van het FAVV (bv. wijzigingen in inspectie- of analysemethodes, normen of actielimieten) als externe aspecten (crisissen die onrechtstreeks de voedselketen beïnvloeden).

Plantengezondheids INDICATOREN

  • PGI01: Meldingsplicht plantenziekten en schadelijke organismen
  • PGI02: Autocontrole plantaardige productie
  • PGI03: Jaarlijks aantal ‘eerste meldingen/eerste opsporingen’ van voor planten schadelijke organismen in België
  • PGI04: Fytosanitaire inspecties (traceerbaarheid)
  • PGI05: Gereglementeerde voor planten schadelijke organismen die in België worden aangetroffen
  • PGI06: Fytosanitaire controles bij de invoer
  • PGI07: Controle van gereglementeerde fytopathogene virussen en viroïden
  • PGI08: Controle van gereglementeerde fytopathogene bacteriën
  • PGI09: Controle van gereglementeerde fytopathogene schimmels
  • PGI10: Controle van gereglementeerde plantenetende of houtetende insecten 
  • PGI11 Controle van gereglementeerde plantenetende of houtetende nematoden 

 

EVOLUTIE in de voedselveiligheidsbarometer

Tussen 2022 en 2023 steeg de plantengezondheidsbarometer met 0,4%.

Deze uitkomst is voornamelijk te wijten aan:

  • de gunstige evolutie van de gerelateerde indicator :
    • gereglementeerde schadelijke organismen die in België werden aangetroffen, en
  • de ongunstige evolutie van de gerelateerde indicatoren :
    • de ontvangen verplichte meldingen over plantenziekten en schadelijke organismen;
    • “eerste opsporingen” van voor planten schadelijke organismen in België.

Minder gereguleerde schadelijke organismen zijn gedetecteerd in het kader van het controleplan, wat wordt geïnterpreteerd als een verbetering van de betreffende indicator.

In 2023 werden meer meldingen en (eerste) opsporingen waargenomen dan in 2022, wat wordt geïnterpreteerd als een verslechtering van het resultaat van de relatieve indicatoren.

Image
Plantengezondheidsbarometer 2023 vs. 2022

 

In vergelijking met 2010 vertoont de plantengezondheidsbarometer een positieve trend. Deze is voornamelijk het gevolg van de gunstige evolutie wat betreft de conformiteit van de producten1, de autocontrole2 en de meldingsplicht3.

Image
Plantengezondheidsbarometer 2023 vs. 2010


Jaarlijkse resultaten

  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2008-2017 - Let op : resultaten van versie 1 van de barometer = niet vergelijkbaar met die van de versie die momenteel in gebruik is (versie 2).

_________________________________
1 Indicator met betrekking tot de controles op gereglementeerde plantenetende of houtetende insecten (= toename van het percentage conforme monsters) en indicator met betrekking tot gereglementeerde schadelijke organismen die in België werden vastgesteld (= afname van het percentage gereglementeerde schadelijke organismen waarvoor jaarlijks minstens één monster positief is in België ten opzichte van het totale aantal gereglementeerde schadelijke organismen).
2 Indicator met betrekking tot de autocontrole op het vlak van de plantaardige productie (= toename van het percentage activiteiten uitgeoefend met een gevalideerd/gecertificeerd autocontrolesysteem).
3 Indicator met betrekking tot de meldingsplicht betreffende plantenziekten en schadelijke organismen (= minder meldingen ontvangen, wat wordt geïnterpreteerd als een verbetering van de fytosanitaire toestand)