Introductie
Landbouwcontaminanten worden zo genoemd omdat zij in ruime zin verwijzen naar de planten die zij besmetten, en niet naar een bepaalde sector.
- FOD VVVL
Erucazuur
Erucazuur is een endogeen toxine dat aanwezig is in de zaden van olierijke planten van de Brassicaceae-familie, zoals raapzaad en mosterd. De aanwezigheid van dit zuur in de plant is het gevolg van de keuze van de variëteiten.
Erucazuur komt in de voedselketen terecht wanneer raapzaadolie wordt gebruikt bij de industriële verwerking van levensmiddelen en bij het huishoudelijk koken. Erucazuur werd ook al vastgesteld in gebak, cake, opvolgzuigelingenvoeding voor baby's en in sommige diervoeders waarin raapzaadmeel is verwerkt.
Het hart is het belangrijkste doelorgaan voor toxische effecten na inname op korte of lange termijn van olie die erucazuur bevat. Wij nodigen u uit de volgende informatie zorgvuldig te lezen :
- EFSA
- SciCom
Mycotoxinen
Mycotoxinen zijn secundaire metabolieten van schimmels die op gewassen of tijdens de opslag kunnen groeien.
Deze toxines worden als natuurlijke contaminanten aangetroffen in tal van levensmiddelen van plantaardige oorsprong, zoals granen en graanproducten, gedroogde vruchten, noten, specerijen, koffie, cacao en gefermenteerde sappen en producten (bier, wijn en cider). Sommige levensmiddelen van dierlijke oorsprong, zoals melk, vlees en slachtafval, kunnen ook mycotoxinen bevatten.
De aanwezigheid van mycotoxinen in levensmiddelen of diervoeders kan schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid van mens en dier, variërend van maag- en darmstoornissen en nieraandoeningen tot immuundeficiëntie en kanker.
De meest relevante mycotoxinen in de voedselketen zijn aflatoxinen, ochratoxine A, patuline, fumonisinen B1 en B2, zearalenon en trichothecenen, met name deoxynivalenol en T-2- en HT-2-toxinen. Wij nodigen u uit de volgende informatie zorgvuldig te lezen :
- EFSA
- FAVV
- FAQ mycotoxinen
- Voor informatie over de controles die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde levensmiddelen uit bepaalde derde landen in verband met het risico van verontreiniging met aflatoxinen, zie Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793
- SciCom :
Nitraat
Nitraat is een natuurlijke verbinding die deel uitmaakt van de stikstofkringloop, en tevens een toegestaan levensmiddelenadditief. Het speelt een belangrijke rol in de voeding en de werking van planten. Bladgroenten zoals sla en spinazie hebben over het algemeen hogere nitraatconcentraties als gevolg van nitraatophoping in de bladeren.
De blootstelling van de mens aan nitraat is hoofdzakelijk het gevolg van de consumptie van groenten en, in mindere mate, van water en andere voedingsmiddelen.
Nitraat is relatief gezien niet giftig, maar zijn metabolieten en reactieproducten, zoals nitriet, stikstofmonoxide en N-nitrosoverbindingen, hebben gezondheidseffecten zoals methemoglobinaemie en carcinogenese. Wij nodigen u uit de volgende informatie zorgvuldig te lezen :
Moederkorenalkaloïden
Ergotalkaloïden zijn mycotoxinen die worden geproduceerd door schimmels van het geslacht Claviceps, die meer dan 400 plantensoorten kunnen infecteren, waaronder bepaalde graankorrels zoals rogge, tarwe, triticale, gerst, gierst en haver.
Ergotalkaloïden werken in op een aantal receptoren en neurotransmitters. Deze receptorinteracties kunnen zowel tot acute als chronische effecten leiden.
Opiumalkaloïden
Papaverzaden/maanzaden bevatten normaliter geen opiumalkaloïden, maar ze kunnen wel besmet geraken met opiumalkaloïden als gevolg van aantasting door ongedierte of tijdens het oogsten.
Pyrrolizidine alkaloïden
Een belangrijke groep carcinogene en genotoxische toxinen die door verschillende plantensoorten worden geproduceerd en onbedoeld in de voedselketen terecht kan komen. Ze zitten vooral in honing, thee, kruidenthee en voedingssupplementen.
Quinolizidine alkaloïden
Quinolizidine alkaloïden zijn verbindingen die van nature aanwezig zijn in lupinezaden.
Indien deze alkaloïden niet naar behoren worden verwijderd in een "ontbitteringsproces", kunnen zij bij de mens vergiftiging veroorzaken, met gevolgen voor het zenuwstelsel, het hartvaatstelsel en het spijsverteringsstelsel.
Tropaanalkaloïden
Tropaanalkaloïden zijn secundaire metabolieten die van nature voorkomen in planten van diverse families, waaronder de Brassicaceae, Solanaceae en Erythoxylaceae.
Tropaanalkaloïden zijn verantwoordelijk voor de toxische effecten van sommige van deze planten en worden in alle delen van de plant aangetroffen. De meest bestudeerde zijn (-)-hyoscyamine en (-)-scopolamine. Atropine is het racemische mengsel van (-)-hyoscyamine en (+)-hyoscyamine, waarvan alleen het (-)-hyoscyamine enantiomeer anticholinerge activiteit heeft.
Waterstofcyanide
Cyanogene glycosiden zijn secundaire plantmetabolieten die van nature voorkomen in levensmiddelen zoals amandelen, lijnzaad en cassave. Als de plant beschadigd wordt, komt er cyanide vrij.
Amygdalin is een cyanogeen glycoside dat voorkomt in de pitten en zaden van vruchten zoals appels, abrikozen, kersen, pruimen en perziken en dat na inname cyanide vrijgeeft.
Cyanidevergiftiging kan symptomen veroorzaken zoals misselijkheid, koorts, hoofdpijn, slapeloosheid, dorst, lethargie, nervositeit, gewrichts- en spierpijn en een daling van de bloeddruk. In extreme gevallen kan de prognose levensbedreigend zijn. Wij nodigen u uit de volgende informatie zorgvuldig te lezen: